Koeien , Paarden , Schapen en Varkens

Hier is Infomatie over Koeien , Paarden , Schapen en ook onze leuke Varkentjes! Elk hoofdstuk is een dier , daar staat alle Infomatie van! Veel plezier!

 

 

 

 

 

 

 

:)

Koeien :

 

Hoofdstuk 1: Hoe ziet een koe er uit ???

 

Hier noem ik een paar dingen van een koe en wat ze doen:

 

De oren: De oren van een koe zijn groot. Koeien kunnen ze in bijna alle richtingen draaien om geluiden op te vangen als er gevaar is.

 

De bek: De bek is perfect gemaakt om mee te grazen. De koe trekt het gras van de grond en slikt het zonder te kauwen door.

 

De staart: De staart is heel handig als vliegenmepper. 

 

De magen: Een koe heeft 4 magen:

 

  • De eerste maag: De eerste maag wordt ook wel de Pens genoemd. De koe slikt het gras zonder te kauwen in. Dan komt het bij de eerste maag: de pens. Als de pens vol is, komt het gras beetje voor beetje weer in de bek. Dan gaat de koe het fijn kauwen.

        Daarna wordt het weer ingeslikt en komt het in de volgende maag.

 

  • De tweede maag: De tweede maag ook wel de netmaag genoemd. Hier wordt de herkauw massa verder verteerd en gaat dan naar de volgende maag.

 

  • De derde maag: ook wel de boekmaag genoemd. het is zo genoemd om dat daar het vocht er uit gehaald wordt.

 

  • De vierde maag: ook wel de lebmaag genoemd. Dat lijkt op een mensenmaag. Hier worden de voedingsstoffen verteerd. Voedingsstoffen worden opgenomen via de darmwand.

        Door het bloed gaan ze naar de plek waar ze nodig zijn. De rest die niet wordt gebruikt gaat naar buiten(mest).

 

De uier:  Dit wordt ook wel de melkzak van de koe genoemd. Binnenin is het verdeeld in 4 kwartieren, elk met 1 speen.  


                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Hoofdstuk 2 Van kalf tot koe  

Van kalfje tot koe

  • Een baby-koe heet een kalfje (0 tot 1 jaar)
  • Een 'tiener'-koe heet een pink (1 tot 2 jaar)
  • Vanaf haar tweede jaar krijgt een koe jaarlijks een kalfje. Een jonge koe, die nog maar één keer een kalfje heeft gekregen, heet een vaars (2 tot 3 jaar).
  • Een koe is pas een volwassen koe na de geboorte van haar tweede kalf (3 jaar en ouder).

De oudste koe bij ons op de boerderij heet trix 4 en is 13 jaar oud.  En die koe heeft bijna 100.000 liter melk gegeven. 

 

Melklijst van Trix 4 no 42 laten zien 

 

Waarom hebben koeien een oormerk?    Oormerk omhoog houden


Net als mensen heeft ook elke koe een eigen paspoort. Dit heet een koekaart. Hierin staat wanneer en waar ze geboren is, wie haar ouders zijn en welke boer haar baas is.
Omdat een koe geen broekzak heeft, zit het paspoort in de vorm van een geel plastic kaartje in haar oor: een oormerk. Op het oormerk staat het 'paspoortnummer' en in de computer van de boer staan alle gegevens van de koe. Voor de zekerheid heeft ze twee oormerken. Want als ze er eentje verliest, heeft ze er altijd nog 1 over .De oormerken zijn heel belangrijk. Als de koe een ziekte heeft, kan haar hele familie gevonden worden.

Nu laat ik zo’n paspoort zien.

Koekaarten  laten zien

De ene is van onze oudste koe en de andere van het laatste kalfje dat geboren is.

Oormerk en koekaarten doorgeven 


 Hoofdstuk 3 wat eet een koe 

 

Van voeding tot mest
 

 's Zomers eet een koe wel 90 kilo vers gras per dag!  Om veel melk te geven krijgt ze daar nog krachtvoer bij; bijvoorbeeld brokjes.

Een koe die 20 liter melk geeft krijgt ongeveer 7 kilo brok en een koe die 35 liter melk geeft krijgt 13 kilo brok. 

Brokjes laten zien 

Een koe kauwt haar voedsel twee keer. Herkauwen heet dat. Om haar dorst te lessen drinkt ze dagelijks 70 liter water! Een koe poept en piest 100 kilo mest en plas per dag. De mest heeft de boer nodig om gras te laten groeien op het land.

 

Wat eet een koe als ze in de winter op stal staat???:

Voor de winter moet de boer zorgen voor een voorraad gras. Vooral in het voorjaar, als het gras hard groeit, maait de boer een deel van het gras en laten het gras drogen op het land. Daarna rapen speciale machines het gedroogde gras op en wordt het op een grote hoop gegooid. De boer laat het gras 'inkuilen'(dat wil zeggen dat over het gras wordt gereden om de lucht eruit te krijgen) en bedekt dit gras met plastic en zand. Zo blijven de smaak en de voedingsstoffen van het gras behouden. Dit gras wordt kuilgras genoemd. 

Paarden :

 

 

Het paard is een zoogdier en kan men bijna in alle delen van de wereld terugvinden. Een prachtig dier wat de wetenschappelijke naam '' Equus Caballus '' mee heeft gekregen. Ze worden sinds lang gebruikt voor het helpen van de mens voor diverse taken en hebben hierdoor een sterke band gevormd. Hierdoor zijn paarden ook vaak terug te vinden in religie, mythologie en kunst.

 

De mens begon paarden te temmen rond 4000 voor Christus, en werden op grote schaal gebruikt voor diverse werkzaamheden rond 3000 voor Christus. Duizend jaar later waren werkpaarden verspreid over het hele Euraziatische continent. Ondanks dat de meeste paarden heden zijn gedomesticeerd, zijn er nog steeds bepaalde wilde soorten die met uitsterven bedreigt worden.

 

Door de bouw van het paard zijn ze in staat door gebruik van hun snelheid gemakkelijk aan roofdieren te ontsnappen en hebben een zeer goede balans. Door de behoefste in staat te zijn aan roofdieren in het wild te ontsnappen zijn paarden in staat om zowel liggend als staand te slapen. Een merrie draagt haar jong ongeveer 11 maanden, wanneer het veulen geboren is kan deze zeer kort na de geboorte staan en lopen. De meeste gedomesticeerde paarden beginnen training voor het berijden tussen de twee en vier jaar en berijken volwassenheid bij vijf jaar. Gemiddeld worden ze tussen de 25 en 30 jaar.

 

Leuke feitjes over paarden

 

  • Er leven wereldwijd rond de vijfenzeventig miljoen paarden.
  • Een gezond volwassen paard moet een hartslag hebben van tussen de 36 en 40 slagen per minuut terwijl hij aan het rusten is.
  • Een paard slaapt iedere dag gemiddeld tussen de 2,5 a 3 uur per dag.
  • Paarden die jonger dan vier jaar zijn kunnen zich maximaal 10 tot 15 minuten concentreren.
  • Paarden slapen in de zomer langer dan in de winter.
  • Aan de tanden van een paard kan men zien hoe oud het paard is.
  • Paarden houden over het algemeen niet van de reuk van varkens.
  • Een paard heeft rond de 205 botten in zijn lichaam.



Schapen :

 

 

Inhoud

 

  • Voorwoord
  • Benamingen
  • Geschiedenis
  • Raskenmerken
  • Lammeren
  • Ziektes
  • Verzorging
  • Omgeving
  • Schapen scheren
  • Wist-je-dat weetjes

 

Benamingen  

 

Ooi = vrouwtje

 

Ram = mannetje

 

Lam = schaap t/m 1 jr.

 

Hamel = gecastreerde ram

 

Kween = tweeslachtig dier, het heeft kenmerken van een ooi en een ram.  

 

Geschiedenis

 

Vroeger werden schapen heel anders verzorgd als nu. Vroeger werden de meeste schapen niet geschoren, en als ze geschoren werden gebeurde dat met een schapenschaar. Vroeger werden de schapen nog niet in een wei gehouden. Toen waren er kuddes schapen die bij elkaar bleven. Die kuddes liepen altijd gewoon los. Meestal liep er een herder bij de kuddes. Die herders hadden vaak een of twee honden bij. De honden liepen dan rondjes om de kudde heen, zodat de schapen bij elkaar bleven, en niet weg konden lopen. Dat noem je schapen hoeden. De honden waren dus eigenlijk lopende hekken. Honden die er vaak voor werden gebruikt zijn: border collies en beaucerons ( Franse herdershond ).Vroeger werden er ook al truien van schapenwol gemaakt, net zoals nu. Maar vroeger werden de truien met de hand gemaakt. Tegenwoordig gebeurt dat met machines.

 

Raskenmerken  

 

Natuurlijk is niet elk schaap hetzelfde. Daarom heb ik iets geschreven over een paar bekende rassen. Soms zit er veel verschil tussen 2 rassen. En soms lijken ze als 2 druppels water op elkaar. Een paar bekende rassen zijn: Het Drents Heideschaap, de schoonebeeker heideschaap, het melkschaap, de kerry hill en de zwartbles.  

 

Drents Heideschaap

 

Het Drents Heideschaap is een oud en zeldzaam ras. Je ziet ze ook niet zo veel in Nederland. Hij heeft vaak matte haren op zijn kop, die niet te veel mogen glanzen. Tussen de hoorns zit vaak een wollig kuifje. Hij heeft veel wol op zijn staart. De wol van het Drents Heideschaap bestaat uit 3 delen: De kortfijne onderwol, de lange harige wol, en de zogenaamde kemp. Als je het schaap gaat scheren krijg je vaak 1 / 2 kg per schaap.De kleur van de vacht is wit, crème, bruin of zwart. De kleur van de kop en de poten is lichtbruin/zwart. Bij zwarte dieren mogen er witte vlekken zitten op de kruin, snuit, staart kraag en poten. De ooien hebben geen horens. Rammen dragen wel horens. Die horens zitten vrij van de kop, en moeten spiralen, zodat hij genoeg ruimte heeft voor zijn oren. Het oude type Drents Heideschaap krijgt meestal 1 lam. Maar tegenwoordig worden de schapen beter gevoed, dus is een tweeling geen uitzondering. De moeder zorgt goed voor de lammetjes.  

 

 

 

 

 

Het Schoonebeeker Heideschaap

 

De Schoonebeeker is het grootste heideschaap in Nederland. Opvallend is de hoogbenigheid en de lengte van de romp. Hij heeft geen hoorns, en heeft de zogenaamde “Romeinse neus”De kop is lang en smal. Op de kop en de poten heeft de Schoonebeeker geen wol. Het haar wat hij daar heeft is glanzend. Hij heeft een lange hals, en zijn kop word hoog gedragen. Het Schoonebeeker Heideschaap Kan een vuilwitte of zwarte vacht hebben. Vaak is de heeft de kraag een iets donkerdere kleur dan de rest van de vacht.  De kleuren op de romp kunnen nog veranderen, die kleuren kunnen wat donkerder worden. De kleur op de poten en de kop blijft altijd hetzelfde.

 

Ooien krijgen vaak 1 of 2 lammetjes. De ooien kunnen 50 kg worden, en de rammen kunnen 80 kg worden.

 

Het melkschaap

 

Het melkschaap is een erg oud ras. Men vermoedt dat het ras uit de tijd van de Oost Indische Compagnie komt. Een melkschaap is geheel wit, krijgt makkelijk lammetjes en geeft veel melk. Hij krijgt vaak twee- of drielingen. Maar ook een vierling is geen uitzondering. Hij heeft een langwerpige kop. Er zit weinig of geen wol op zijn kop, en zijn haar lijkt op zijde. Zijn oren zijn lang en matig breed. De hals van het heideschaap zit vol wol, net als zijn hele lijf.
Zijn staart is lang en er zit weinig wol op. De hoeven van een schaap zijn blank. Het melkschaap heeft fijne wol van een goede kwaliteit.  

 

De kerry hill  

 

Een kerry hill is een sterk schap. Dankzij zijn ijzeren gestel kan hij het hele jaar buiten lopen, hij hoeft in de winter dus niet in de stal. Maar het mag natuurlijk wel. De kerry hill is een erg fors schaap. Een volwassen ooi kan wel 55 tot 65 kilo wegen. Een volwassen ram 65 tot 75 kilo. Ook heeft de kerry hill een goede weerstand tegen ziektes, en past hij zich aan aan verschillende weersomstandigheden. De kerry hill heeft een sterk gebit, en sterke poten. De kerry hill is helemaal wit, met uitzondering zijn poten, knieën, oren, neus, ogen en het puntje van de staart. Die zijn zwart.

 

 
De zwartbles  

 

De zwartbles is een schaap dat veel word gehouden voor de hobby. De zwartbles groeit erg snel. Hij heeft lange benen, en een wigvormige romp. De kop is ongehoornd, lang en smal. De oren worden horizontaal gedragen.  

 

Een ooi is 78 tot 82 cm en heeft het gewicht van 80 tot 100 kg. Een ram wordt 88 tot 95 cm, en weegt tussen de 120 en 145 kg. De zwartbles is geheel donkerbruin, maar heeft een witte bles, 2 of 4 witte sokjes en heeft een wit puntje aan zijn staart.

 

De zwartbles is goed vruchtbaar en lamt gemakkelijk af. Hij geeft genoeg melk om 2, 3 of zelfs 4 lammeren te voeden.

 

Lammeren  

 

Ook het schaap krijgt kinderen. Deze kinderen noem je een lam. Meestal worden er per keer 3 of 4 lammetjes geboren. Maar soms ook 1 of 2. Voordat er lammetjes zijn moet er nog veel gebeuren. Eerst moet de ooi worden gedekt. Dan is de ooigemiddeld 148 dagen zwanger. Maar het ene ras is wat langer zwanger als het andere. Als de lammetjes worden geboren moet je zorgen dat er iemand bij is die al vaker een geboorte heeft meegemaakt, als er dan iets mis gaat kan diegene helpen. Je moet ook zorgen dat je een paar handdoeken bij hebt, om de lammetjes schoon te maken. Als de lammeren geboren worden zitten ze namelijk helemaal onder het bloed.Als eerst komt de kop eruit, daarna de voorpoten, en daarna de rest van het lammetje. In het begin van de geboorte zie je nog niet goed dat het een schaap is. Dan ziet het er namelijk zo uit:

 

Je hoeft de lammetjes niet altijd zelf schoon te maken, want vaak likt de moeder ze schoon. Ook moet je plastic handschoentjes bij hebben, want als het lammetje klem zit moet je wel eens helpen. Als de lammetjes zijn geboren moeten ze biest drinken. Dat is de eerste melk die de moeder geeft. Na een paar dagen mogen de lammeren ook wat hooi of gras eten. Na een paar weken mag je er wat water bijgeven, maar ze moeten nog wel biest blijven drinken. Als de lammeren tandjes beginnen te krijgen mag je ze af en toe een paar brokken geven. Die brokken noem je ook wel krachtvoer. Er zitten een heleboel vitaminen in, en die zijn heel belangrijk voor de lammeren. Als de lammeren ong. een maand zijn hoeven ze geen biest meer te drinken. Dan krijgen de lammeren alleen nog maar gras, hooi, krachtvoer en water.  

 

Ziektes

 

Net zoals elk dier kan een schaap ook ziek worden. Voor sommige ziektes is een medicijn, andere ziektes zijn weer dodelijk. Een paar bekende ziektes zijn scrapie, zwoegerziekte, zere bekjes, rotkreupel, myiasis en scheerziekte.  

 

Scrapie  

 

Zoals ik al zij is scrapie dodelijk. Scrapie komt voor bij schapen en geiten.  Scrapie wordt veroorzaakt door afwijkende eiwitdelen. Die worden ook wel prionen genoemd. Prionen die normaal in de hersenen voorkomen nemen door een onbekende oorzaak een andere vorm aan. Hierdoor worden de hersenen beschadigd. Je merkt het vanzelf als een schaap scrapie heeft. Hij krijgt dan een afwijkend gedrag, gaat dromen en smakken, gaat krabben omdat hij jeuk heeft, en hij krijgt een droge en dorre vacht. Scrapie is erfelijk, als een schaap scrapie heeft mag je er niet meer mee fokken. Soms worden schapen die scrapie hebben daarom ook doodgemaakt. Als een schaap scrapie heeft kan je hem nog wel bij de andere schapen in de wei laten lopen, want scrapie is niet besmettelijk.  

 

Zwoegerziekte

 

Er is geen medicijn tegen zwoegerziekte. Zwoegerziekte is een virus die langzaam een longaandoening veroorzaakt. De schapen die zwoegerziekte hebben zijn erg kortademig en zullen na een tijd sterven. Zoals ik al zij is zwoegerziekte een virus. Het is daarom belangrijk dat je een schaap met zwoegerziekte apart houd van de schapen die gezond zijn, zodat zij het niet kunnen krijgen. Ook als je twijfelt, moet je het schaap apart houden. Als je dat doet noem je de boerderij “zwoegerziekte vrij”  

 

Zere bekjes  

 

Ook dit is een virusziekte. Zere bekjes komt vaker voor bij lammeren dan bij volwassen schapen. Het schaap krijgt blaasjes op de lippen. Die blaasjes worden later korstjes. Het is zeer besmettelijk, ook voor de mens. Zere bekjes is niet dodelijk. Maar het is geen pretje om te hebben. Lammetjes die zere bekjes hebben mogen ook niet bij de moede drinken. Dan kunnen er namelijk blaasjes op de spenen komen. Die blaasjes worden later ook weer korstjes. Zere bekjes gaat vanzelf weer over. Je kan schapen er voor in laten enten.  

 

Rotkreupel  

 

Rotkreupel wordt veroorzaakt door een bacterie die een ontsteking geeft aan de hoeven van het dier. Als een schaap rotkreupel heeft kan hij moeilijk lopen, en ligt hij vaak op de knieën te eten. Rotkreupel is besmettelijk. Andere schapen die in dezelfde wei staan kunnen het dus ook krijgen.  Het gaat niet vanzelf over. Je kunt de schapen ertegen inenten.  

 

Myiasis  

 

Myiasis wordt veroorzaakt door kleine vliegjes die eitjes leggen in de vacht van het schaap. De larven die uit de eitjes komen kruipen naar de huid. Dan gaan ze de huid opeten. Als de boer er niet snel bij is kan het schaap eraan doodgaan. Maar als je er wel snel bij bent moet je de larven doden. Dit doe je door de wol eraf te scheren. Daarna moet je de plek insmeren met een gif dat de larven dood. De delen van de huid die zijn aangevreten moeten worden schoongemaakt. Dit doe je met een desinfecterend middel en een speciale zalf waar de huid weer heel van wordt.    

 

Scheerziekte (darmdraaing)  

 

Vaak krijgt het schaap deze ziekte vlak nadat hij is geschoren. Maar het kan ook voorkomen bij een schaap dat op zijn rug heeft gelegen. Schapen die tijdens het scheren op de rug hebben gelegen lopen kans dat de darmen meedraaien. Hierdoor komen er gassen en giftige stoffen vrij, waardoor het dier waarschijnlijk naar een paar uur sterft. Er is weinig aan te doen. Je kan de schapen er ook niet tegen inenten. Als je ooit in een weiland een schaap op de rug ziet liggen, die niet meer overeind kan komen moet je er meteen naartoe aan en hem rechtop zetten. De boer zal je er dankbaar voor zijn.  

 

Verzorging  

 

Een schaap moet goed verzorgd worden. Het is daarom belangrijk dat het schaap altijd schoon water en hooi heeft. Het schaap moet ook mineralen binnenkrijgen. De mineralen geef je door middel van likbrokken, likstenen of poeder. Een schaap moet ook op tijd ontwormd worden. Dit kan je doen door middel van drenchen, dit is een vloeistof die de schapen moeten drinken. Ook kan je hem pillen geven, het nadeel is dat het schaap het vaak uitspuugt. En er zijn ook injecties. Hierdoor kunnen schapen bang worden, en kunnen ze spuitplekken krijgen. Natuurlijk moet een schaap ook eten. Een schaap eet brokken, hooi en gras. Er zijn veel verschillende brokken. De brokken noem je ook wel krachtvoer. Er zitten namelijk een heleboel vitaminen in, die erg belangrijk zijn voor het schaap. Niet elk schaap krijgt evenveel. De oudere schapen krijgen meer voer als de jongere schapen, en de zwangere ooien krijgen ook meer dan gewone ooien. Het ligt er ook nog maar net aan welke maand het is. In de zomer krijgen de schapen bijvoorbeeld meer water als in de winter.  

 

Omgeving  

 

Tegenwoordig komen schapen in bijna elk deel van de wereld voor. Schapen kunnen in elk klimaat of bodembedekking leven. In Nederland leven de schapen vaak in de wei, en bijna niet in het wild.  Een schaap leeft graag in de wei. Daar heeft hij lekker veel gras, en dat vind een schaap heel lekker. Ook vind het schaap het fijn als er een paar heuvels in de wei zijn. Er mogen ook bomen en struiken in de wei staan. Het maakt niks uit hoeveel, als het maar geen bos is. Ook moet er een stal zijn, waar de schapen ’s nachts in kunnen slapen. De stal moet waterdicht zijn, en de schapen moeten uit de wind kunnen zitten.              

 

Hier kan je zien dat de schapen in de wei staan, en dat de schapen in de stal staan. In de zomer hoeft er niet zo veel stro in de stal te liggen, want dat trekt vliegen aan. In de winter moet er juist veel stro in liggen, zodat de schapen het lekker warm hebben. Je moet ook op tijd de mest eruit halen. Je kunt zelf zien wanneer dat nodig is.

 

Schapen scheren

 

Alle schapen worden 1 keer per jaar geschoren. Schapen worden van oudsher in de regel al in de zomermaanden geschoren. Dit doen ze als het een tijd lekker warm is geweest. Want dan is het wolvet lekker zacht, en dan gaat het scheren veel makkkelijker. Toch worden zwangere schapen steeds vaker in de wintermaanden geschoren, vlak voordat ze in de stal gaan. Daar zijn redenen voor. Als de schapen in de winter worden geschoren passen er meer schapen in de stal, omdat hun dunne vacht bijna geen ruimte inneemt. Ook kan je beter zien wanneer een ooi moet aflammeren. Ook is de ooi dan schoner, het ontsmetten bij het aflammeren gaat dan beter. En als het schaap in de winter wordt geschoren kan het lam de uier veel beter vinden. Het scheren gebeurt tegenwoordig met een scheermachine. Vroeger gebeurde dat met een schapenschaar. Nu is dat niet meer, omdat het met de scheermachine veel sneller gaat. Bij het scheren moet je ook op een paar dingen letten. Je moet uitkijken bij gevoelige plekken, en zorgen dat je niet te veel wol eraf scheert. Er moet altijd een klein laagje wol op blijven zitten, zodat het schaap het niet koud krijgt.

 

 Hier zie je dat ze een schaap scheren met een scheermachine. Dit schaap wordt gescheerd tijdens het schapenscheerdersfeest. Dat wordt elk jaar gehouden. Elk jaar kan elke schapenhouder daarheen met zijn schapen, en dan worden de schapen geschoren. Alle mensen mogen komen kijken.

 

 

 

Wist je dat…  

 

… een lam 38,5 tot 40, 5 graden moet zijn

 

… een volwassen schaap 38,5 tot 40 graden moet zijn

 

… een schaap alleen tanden in zijn onderkaak heeft

 

… de 24 kiezen van het schaap in de boven en onderkaak zitten

 

… een schaap 8 snijtanden heeft

 

…  je aan het slijten van de tanden kunt zien hoe oud het schaap is

 

… een schaap 4 magen heeft, de pens, de lebmaag, de boekmaag en de netmaag

 

… krachtvoer extra wordt bijgegeven aan drachtige ooien, en ooien met lammeren.

 

… een schaap gemiddeld 147 dagen zwanger is

 

… het aantal lammeren afhangt van het ras

 

… een schaap zeslingen kan krijgen

 

… het kleinste ras gemiddeld 14/15 kilo weegt

 

… een zwaar vleesras wel 120/145 kilo kan wegen

 

… een schaap wel 20 jaar kan worden

 

… een schaap op zo’n leeftijd zijn tanden en kiezen verliest waardoor hij niet goed meer kan eten

 

… er 13 Nederlandse schapenrassen zijn, de texelaar, de blauwe texelaar, de  noord hollander, de swifter, de flevolander, het zeeuws melkschaap, het fries melkschaap, de zwartbles, het drents heideschaap, de schoonebeeker heideschaap, de mergellander, het veluws heideschaap en het kempisch heideschaap.

 

Varkens :

 

 

 

LEUKE SNUITERS

 

In China leven de meeste varkens van de hele wereld. Varkens met hangbuiken en vetrollen en snorbaarden. Vroeger namen de Chinezen een voorraadje varkensvlees mee in hun graf.

Want wie weet was de hemel zonder varkens. Dat leken de Chinezen heel erg. Ook gingen er in hun graf beeldjes van varkens mee. Voor de Chinezen waren de varkens heel erg belangrijk. Nog steeds hebben veel families een paar scharrelvarkens bij hun huis. In China kun je zelfs een varken zijn, het varken is een soort sterrenbeeld, net zoals je hier een stier of ram of een vis bent.

JONGEN

 

Een zeug die voor het eerst jongen krijgt,weet soms niet wat

haar overkomt. Opeens floept er een biggetje uit haar achterwerk, en nog een en nog een. Een jonge zeug krijgt er meestal 8 en een oudere zeug meestal 12 of meer.  Wat gebeurt hier denkt de zeug. Ze is zo in de war dat ze van schrik een biggetje doodbijt. Soms laat de boer vantevoren een konijn los. Het huppelt en rent om haar heen. Zo raakt de zeug wat gewend aan de drukte. DAT HELPT.


 

VAN WILD NAAR TAM

 

 

Heel vroeger waren er geen varkens. Er liepen wel wilde zwijnen rond.

Daar werd op gejaagd, want dat vonden de mensen erg lekker. Wilde zwijnen werden ook gevangen. De zwijnenhoeder nam de dieren elke dag mee naar de bossen en de velden. Hij zorgde er wel voor dat ze niet weg liepen. Onderweg aten de wilde zwijnen wat ze tegen kwamen. bijv. : beukenootjes, kastanjes, planten, slakken, torren, noem maar op.

Zodra het zwijn goed vet was werd het geslacht. Later gingen de boeren de wilde zwijnen bij hun huis houden. Ze kregen een weitje om te scharrelen, en een schuur om te schuilen.

Ze leefden van afval, oud brood, restjes groenten, aardappelen, en schillen. Bovendien ruimden ze zo mooi de rommel op. Ook wroeten ze de grond om, en kon de boer het zaaien. Er werd hen zelfs geleerd om een kar te trekken. Zwijnen bij huis was dus erg handig. En je hield er nog een stukje vlees aan over ook. In de loop van tijden werden de zwijnen steeds meer gewend aan de mensen. Ze werden minder bang en veranderden langzamerhand van wilde zwijnen naar tamme huisvarkens.

 


 

 

 

Zo vies als een varken. Zo dom als een varken.

 

.Kun je nog meer kwaad over knor-knor vertellen? O,ja. Zo lui als een varken. Weet je wel dat een varken juist een heel zindelijk dier is? Wij mensen denken dat een modderbad heel vies is , voor voor het varken is het juist het tegen middel van kriebel beestjes of luizen. Omdat ze in het modderbad liggen en er weer uit komen droogt de modder en de beestjes samen op tot een harde korst. Daarna gaat het varken tegen een boom aan zitten wrijven om de korst en de beesfjes er af te halen. En dan zijn ze weg.

 

HET HUISVARKEN

 

Varkenslapjes, ham, knakworst, gehaktballen, allemaal vlees van een varken, zijn botten worden gebruikt voor de lijm, gerookte varkenssoorten liggen in de dieren winkel voor de hond, zijn vel word gebruikt voor de damestasjes en van zijn haar wordt een stevige verfkwast gemaakt.

 

 

 

ER BLIJFT NIETS MEER OVER VAN DIE ARME KRULSTAART.

 


 

IEDEREEN KENT ASTERIX EN OBELIX WEL.

 

Obelix jaagde ook op everzwijnen. Hij vond ze ook lekker.

Maar dan moest hij wel hart kunnen rennen, want zo'n everzwijn kan wel 50 km per uur halen. Het was maar goed dat Obelix in de toverdrank gevallen was. Want dan kan hij meer everzwijnen op zijn schouder dragen. Want zo'n everzwijn kan wel 1,50 worden en 200 kg wegen. Hij is zo zwaar omdat er bij zijn schouder een dikkere huid zit. Het was ook erg moeilijk om zo'n everzwijn te vinden, want de everzwijn heeft hele goeie oren, hij hoort het kleinste takje kraken. Daarbij komt ook nog zijn neus, hij kan ruiken wanneer mensen te dicht bij hem in de buurt komen. Zijn neus helpt hem ook bij het opgraven naar voedsel in de grond. Zijn slachttanden helpen hem daar ook bij. Zijn slachttanden worden ongeveer 25 cm. Het zijn een soort hoektanden die blijven groeien. De voeten van de everzwijn heeft twee grote en twee kleine tenen. De staart van de everzwijn wordt niet erg lang, maar 25 cm. Het lijkt soms kort maar er zit ook nog een krul in.


 

DE EVER OF WILD ZWIJN

 

Het everzwijn word ook wel eens ever of wild zwijn genoemd. Hij behoort tot de familie van de varkens. De ever is dus een neefje van het gewone varken. Ook vandaag wordt er nog op everzwijnen gejaagd.Sommigen zijn bang dat de wilde zwijnen schade aanrichten aan hun akkers Want daar komen ze voedsel zoeken als er niets meer te vinden is in het bos. Maar everzwijnen leveren ook nuttig werk op. Ze eten heel wat schadelijke diertjes op en met hun gewroet ploegen ze de bodem om. Dorre bladeren, takjes, en plantenresten komen zo in de grond terecht,dat is voedsel voor de bomen.

 

WILD ZWIJN OP HET MENU

 

In restaurants kun je wel eens everzwijn op het menu vinden. Er zijn ook slagers die hun vlees verkopen, vooral in het jachtseizoen.

Sommigen vinden het vlees erg lekker, vooral als het wordt opgediend met veenbessen. Anderen vinden de smaak te wild.


 

 

Misschien heb je op de Veluwe wel eens een wild zwijn gezien. Je ziet nog duidelijk dat ze familie van elkaar zijn.

Ze lijken op elkaar. Maar toch zijn er grote verschillen zoals bijv. Een wild zwijn is groter en sterker en sneller. Wilde zwijnen houden van bos. Maar toch zie je ze overdag bijna nooit. Ze houden zich schuil met bladderen en takjes en gras over zich heen in een grote kuil. In de slaapkuil word niet gepoept of geplast. Want zwijnen zijn heel zindelijke dieren. Als het donker wordt gaan ze op zoek naar een plaats in het bos waar ze kunnen poepen of plassen, en als het donker wordt gaan ze ook op zoek naar voedsel voor de volgende dag, want dan hebben ze genoeg voedsel voor die dag. En 's avonds gaan ze weer op pad. Met hun neus wroeten ze door de grond. Het uiteinde van de neus is heel stevig. Rondom de neusgaten zit een wroetschijf Dat is een harde ring die tegen een stootje kan. Wilde zwijnen hebben een heel goede neus. Ze ruiken precies waar eten te vinden is. Zo vinden ze eikels en paddestoelen, wormen ofjonge muizen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb